De adoptie van Rust neemt jaar op jaar toe, zowel door individuele ontwikkelaars als in professionele omgevingen. Rust biedt een veiliger alternatief voor klassieke programmeertalen, maar uitdagingen blijven.
De Rust Foundation houdt ieder jaar een peiling bij ontwikkelaars naar het gebruik van Rust. Uit het onderzoek blijkt dat Rust steeds meer omarmd wordt door ontwikkelaars, zowel bij individuele ontwikkelaars als in professionele omgevingen. 53 procent van de respondenten geeft aan Rust (bijna) dagelijks te gebruiken, een stijging van 4 procentpunten ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast geeft 45 procent aan dat hun organisatie substantieel gebruikmaakt van Rust, een toename van 7 procentpunten.
Opvallend is de opkomst van nieuwe ontwikkelomgevingen: hoewel Visual Studio Code nog steeds het meest gebruikt wordt, verliest het terrein aan nieuwe alternatieven zoals de Zed-editor. Linux blijft het populairste besturingssysteem onder Rust-ontwikkelaars, gevolgd door macOS en Windows.
Veilig, maar trager
De belangrijkste redenen voor bedrijven om Rust te gebruiken, zijn de stabiliteit en foutbestendigheid van de taal, gevolgd door de hoge prestaties. Rust wordt als een veiliger alternatief beschouwd voor klassieke programmeertalen zoals C en C++. Ondanks de toenemende populariteit kampt Rust nog steeds met enkele knelpunten.
Trage compilatietijden vormen de grootste ergernis onder ontwikkelaars, gevolgd door beperkte debugging en het hoge schijfgebruik. Een ander veelgenoemd aandachtspunt is de complexiteit van Rust, vooral met betrekking tot asynchrone programmering. Voor ongeveer 31 procent procent van de niet-gebruikers is de moeilijkheid om de taal te leren de voornaamste reden om weg te blijven.
De survey bevestigt dat Rust een programmeertaal in opkomst is en de invloed in de softwarewereld toeneemt. Rust kan rekenen op een bredere acceptatie onder ontwikkelaars, zowel bij hobbyisten als professionals. Maar om de gevestigde waarden van de troon te stoten, zal Rust volwassener moeten worden. Op GitHub haalt het voorlopig de top tien nog niet: daar heerst Python.