Google trekt een eerdere klacht tegen anticompetitief gedrag van Microsoft in. De Europese Commissie gaat de zaak op eigen houtje onderzoeken en dat volstaat voor het bedrijf.
Google liet eind vorige week weten dat het zijn antitrust-klacht tegen Microsoft in de EU laat varen. Dat plan komt er nadat de Europese Commissie zelf een onderzoek is gestart naar eventueel anticompetitief gedrag van Microsoft. Daarmee heeft Google zijn doel bereikt.
Licenties
De kern van de klacht betreft het licentiemechanisme rond Windows Server. De licentievoorwaarden voor het gebruik van die versie van Windows zijn niet dezelfde op Microsoft Azure dan bij andere cloudproviders. Google vindt dat Microsoft zijn eigen cloud bevoordeeld, waardoor het duurder is om Windows Server te draaien op het Google Cloud Platform.
De praktijk kan malafide zijn als blijkt dat Microsoft zijn concurrentiepositie misbruikt om zichzelf een onrechtmatig voordeel toe te kennen. Google stelt alleszins dat het soms tot vijf keer duurder is om voor Google Cloud te kiezen dan voor Azure, wanneer het om Windows Server gaat. In de VS loopt al een onderzoek en de bevoegde instantie in het VK stelde vast dat de regels inderdaad de concurrentie beperkten.
De belangenvereniging van Europese cloudproviders (CISPE) kaartte gelijkaardige praktijken al in 2022 aan. In 2024 kwamen CISPE en Microsoft echter tot een overeenkomst, waarbij enkele toegevingen gecombineerd werden met een stevige cheque. Dat zag Google als het afkopen van de zaak.
DMA-onderzoek
De EU onderzoekt het licentiemechanisme nu in de bredere context van de marktpositie van Microsoft. Ook Google Cloud zelf en AWS worden aan een onderzoek ontworpen. De EU wil uitmaken of de cloudproviders onderhevig zijn aan de DMA als zogenaamde poortwachters. Met dat statuut, dat dominante platformspelers aanduidt, komen extra beperkingen rond koppelverkoop, waaronder ook het licentiemechanisme van Microsoft rond Windows Server kan vallen.