Al meer dan driehonderd jaar is Husqvarna een begrip in Zweden, en sinds enkele tientallen jaren ook daarbuiten. Fabriceren zit in het DNA van het bedrijf, maar vandaag heeft Husqvarna zicht ontpopt tot digitale onderneming. Gesprekken in de wandelgangen gaan niet over loopbanden of mallen, maar over Azure, testing en continuous integration. ITdaily gaat op bezoek om de digitale transformatie met eigen ogen te aanschouwen.
Door een grote groene pijpleiding stroomt water van de laatste uitlopers van het Zuid-Zweedse hoogland naar twee elektriciteitsturbines enkele tientallen meters lager. De turbines leveren vandaag tot drie procent van de stroom van het stadje Jönkoping. Meer dan driehonderd jaar geleden, in 1689, dreef de kracht van dat water een veelvoud aan waterraderen aan op de plek waar we nu staan.
Het oude gebouw van de meelmolen (kvarn) die meel leverde aan het lokale slot (husq) bestaat niet meer, al is erop exact dezelfde plek een nieuwe maalderij verschenen. Die valt in het niets bij de immense fabriek die de voetheuvels domineert: hier is Husqvarna geboren. “Waterkracht was de enige vorm van energie die toen fabrieken kon aandrijven”, licht Sara Gard, Director Residential Robotics R&D bij Husqvarna toe.
Van wapens tot maaiers
Vandaag heeft Husqvarna vestigingen wereldwijd, maar de fabriek in Jönkoping blijft belangrijk. In een gebouw uit de eerste helft van de negentiende eeuw zien we de eenentwintigste eeuw in actie. Gard en haar collega’s stellen er hun nieuwste robotgrasmaaiers voor. De Automower-robots bestaan dertig jaar, en transformeerden niet alleen tuinen maar ook het bedrijf zelf.
![](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-gebouw-waterbuis.jpg)
“De eerste tweehonderd jaar van ons bestaan, produceerden we wapens”, vertelt Gard. “Uit de wapenproductie groeide de fabricage van naaimachines, aangezien dat productieproces veel gelijkenissen vertoont. Dan kwamen fietsen, motoren en kettingzagen. Als je er over nadenkt, is een motorfiets in feite een kettingzaag op wielen”, lacht ze.
Een motorfiets is in feite een kettingzaag op wielen.
Sara Gard, Director Residential Robotics R&D
Husqvarna is trots op de driehonderdjaar lange geschiedenis. Bij de fabriek staat een museum vol met topstukken, zoals de motor van Belgische motocrosslegende Jacky Martens, musketten van het Zweedse leger, en een handmatige grasmaaier. Die is belangrijk.
Automower
Gard: “In 1919 kochten we een bedrijf met een grasmaaier in het portfolio. Daar plaatsten we toen een motor op voor de eerste gemotoriseerde maaier in zijn soort. In 1996 lanceerden we dan de Automower.”
Met de Automower introduceerde Husqvarna de grasmaaierrobot. In het oude fabrieksgebouw zien we vandaag een heel portfolio aan robots: van gewone thuismaaiers en 4×4-varianten tot immense toestellen op maat van golfterreinen. Sommigen vertrouwen op een draad die hun werkdomein afbakent, anderen gebruiken satellietpositionering gekoppeld aan de cloud.
![](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-eerste-maaier-730x548.jpg)
![](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-eerste-automower-730x548.jpg)
![](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-golfteereinmaaier-730x548.jpg)
De eerste versie van de Automower was een toestel op zonne-energie dat omgerekend zo’n 2.000 euro kostte en onbetrouwbaar was. Ondanks die onbetrouwbaarheid wilde niemand z’n geld terug: vroege klanten wilde dat het ding werkte. Husqvarna wist zo dat het op een veelbelovend spoor zat: de robot zette een revolutie in gang.
Zoals schapen
“In feite zijn we al meer dan honderd jaar met gazon bezig”, vertelt Eric Norling, Director Product Management Husqvarna Forest & Garden. “We verkopen robots die zoals schapen altijd buiten zijn. Ze kosten wel wat, dus moeten ze robuust zijn en blijven werken. Als je erop moet babysitten, dan zijn ze niet echt autonoom. Je zou de robots maar twee keer per jaar mogen aanraken: om ze buiten te zetten in de lente, en om ze terug binnen te halen in de winter.”
Om dat mogelijk te maken, moeten de robots niet alleen robuust maar ook slim zijn. Wanneer ze zich vastrijden, uit de tuin ontsnappen of bloemperken vernielen, doen ze hun werk niet goed. “Daarom is de digitale component zo belangrijk”, aldus Norling.
Vandaag telt de robot-afdeling van Husqvarna een 80-tal softwareontwikkelaars. Ze zijn talrijker dan de hardware-ingenieurs. We klimmen langs de groene waterbuis omhoog en zien links van ons nog de originele rivier met waterval, waarlangs het water kabbelt. Via het bergpad komen we bij een achteringang. We gaan de ontwikkelaars bezoeken in hun natuurlijke habitat: één van de historische gebouwen van de Husqvarna-fabriek.
Oude fabriekshal tsjokvol robots
Björn Mannefred, Manager Software Engineering Residential EPAC R&D Robotic, is onze gids. Doorheen het oude gebouw zien we meer robots dan mensen: sommige liggen naakt zonder behuizing in rekken, andere rijden over gesimuleerde grasveldjes. We kijken door het raam naar het dak van een naburig gebouw, waarop het krioelt van de Automowers. Het heeft iets aandoenlijks: we begrijpen dat veel klanten hun robots als huisdieren behandelen.
“We werken hier met kleine teams van ongeveer zeven mensen”, zegt Mannefred. “En we staan allemaal dicht bij elkaar. Zo kan een softwarespecialist bijvoorbeeld meteen aan een collega uit een hardwareteam vragen of het mogelijk is om wat meer kracht in de motor te voorzien.” Zo’n nauwe samenwerking is uitzonderlijk, denkt hij. “Bij een autofabrikant zal je zo’n tweerichtingsverkeer niet tegenkomen.”
We pauzeren voor een scherm met een Microsoft Power BI-dashboard. Daarop zien we telemetrie van de geconnecteerde grasmaaiervloot. De teams zien in één oogopslag welke foutmeldingen of problemen het vaakst voorkomen, en dus prioriteit verdienen. “We verzamelen alleen anonieme data, rekening houdend met de GDPR”, benadrukt Norling.
Digitale tuin
Een beetje verder rijdt een digitale robot rond in een digitale tuin. Mannefred: “Wanneer we mensen naar de VS sturen om een robot te testen, willen we niet dat de dingen zicht vastrijden in de hoek van een tuin omdat ze geen juiste bocht kunnen bedenken. Zo’n problemen hebben niets met de hardware te maken en kunnen we simuleren. Dat gebeurt hier.”
![](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-digitale-tuin.jpg)
De tuin in kwestie is een digitale representatie van een exemplaar van een klant. “Die heeft daar toestemming voor gegeven”, merkt Mannefred meteen op. “Iedere twee uur draaien we simulaties in de tuin van een andere klant. De ontwikkelaars zien die tests op het scherm, al draaien we er meer op de achtergrond. Door de simulatie te tonen, brengen we de klant dicht naar de ontwikkelaar.”
Continuous integration op kunstgras
Een beetje verder rijdt een robot olijk rond op enkele vierkante meters kunstgras. Mannefred verklaart: “We werken met continuous integration, waarbij updates van de teams frequent geïntegreerd worden in de code. Vervolgens uploaden we nieuwe firmware naar de robots en laten we die zeventien uur rijden. Als er iets zou schelen met de code riskeren we dat de robot niet meer werkt. Hardware moet dus steeds onderdeel zijn van het testproces van de software.” Hardware in the loop, heet dat dan.
Hardware moet dus steeds onderdeel zijn van het testproces van de software.
Björn Mannefred, Manager Software Engineering
Pas als de robots probleemloos gepresteerd hebben met de nieuwe firmware, is die klaar voor uitrol. Dat gebeurt vandaag via de cloud. In 2019 rolde Husqvarna de eerste over the air-updates uit. Vandaag zijn de machines meestal verbonden en kunnen klanten ze in detail instructies geven via een app op de smartphone. Met AIM (Automower Intelligent Mapping) is het bijvoorbeeld mogelijk om zones te definiëren in een tuin, en aan te geven hoe die gemaaid (of niet gemaaid) moeten worden.
We zien agile teams, moderne ontwikkelingsstrategieën, computersimulaties en testsystemen die zo bij een modern softwarebedrijf passen. Dat beseffen ze bij Husqvarna ook. Het bedrijf laat zich dezer dagen niet voor niets zien tijdens het Mobile World Congres, naast laptopbouwers, routerfabrikanten en gsm-specialisten.
Ogen en een brein
De softwarefunctionaliteit ontwikkeld door Mannefred en zijn team is een essentieel onderdeel van de functies van de robots. In de nabije toekomst wil Husqvarna daar nog meer op inzetten. We verlaten het nest van de robots en ontwikkelaars en stappen langs oude trappen en gangen naar een modern ogend Experience Center. Ook daar ligt kunstgras. Een robot kijkt ons aan – letterlijk.
“AI voor perceptie en intelligent gedrag is de volgende stap”, verklaart Patrik Jägenstedt, director advanced development R&D Robotic & Product AI lab. De Automower op het kunstgras is uitgerust met een camera. Daarmee kan de robot kijken en interpreteren wat hij ziet.
“De training is niet vanzelfsprekend”, aldus Jägenstedt. “De meeste datasets met beelden zijn vandaag niet uit het juiste perspectief genomen.” Husqvarna heeft beelden uit de tuin nodig, gefilmd vanuit de kijkhoogte van een Automower. Het bedrijf is die data nu aan het verzamelen. “We laten die annoteren, en trainen zo de software.”
Opluchting voor de egels
De robot in het Experience Center gedraagt zich alvast voorbeeldig. Jägenstedt confronteert het toestel met verschillende scenario’s. Op een scherm zien we wat de robot ziet, geannoteerd met kleuren die iets verklappen over de interpretatie.
![Husqvarna automower egel](https://itdaily.com/wp-content/uploads/2025/02/Husqvarna-automower-egel.jpg)
Hij werpt een tuinslang voor het toestel, dat die als dusdanig herkent en netjes ontwijkt. Vervolgens is het de beurt aan een pluchen egel die als dier wordt herkend. De Automower neemt geen risico en houdt meer afstand. Dat is goed nieuws voor baby-egels, die klaarblijkelijk geregeld naar de egel-hemel vertrekken vanonder de messen van Automowers wereldwijd.
Ook mensen herkent de robot perfect. Dat is niet vanzelfsprekend, aangezien het ding vanuit zijn perspectief laag bij de grond vooral benen ziet, en weinig meer. “Op termijn moet de robot slimme beslissingen kunnen nemen op basis van wat hij ziet”, zegt Jägenstedt. “Wanneer de Automower bijvoorbeeld een bal herkent in een lege tuin, kan hij die zelf wegduwen. Zijn er mensen in de buurt, dan kan hij beslissen om even pauze te nemen aangezien er vermoedelijk gespeeld wordt.”
Vier wielen, messen en een accelerator
Wanneer we dat geavanceerde slimme gedrag mogen verwachten, is onduidelijk. Basis-computervisie met objectherkenning staat wel op het programma voor de nabije toekomst. Tegen 2026 moet de grasmaaier met camera het experience center verlaten richting residentiële tuinen en professionele domeinen wereldwijd.”
“De grasmaaier gaat geen camerabeelden versturen”, voegt Jägenstedt nog toe. Wie in de tuin ligt te zonnen, moet zich dus niet verhullen voor de Automower. “Alle data worden op de robot verwerkt.” Een vraag die we nooit dachten te stellen, vormt zich op onze lippen: “Hoeveel TOPS zal de grasmaaier hebben?” Jägenstedt kent het antwoord: “We gaan een AI-accelerator integreren met drie tot vier TOPS aan lokale rekenkracht.”