Intel verpakt een vijf jaar oude CPU in een nieuwe doos en plakt er een nieuwe naam op. Het prijskaartje blijft ongewijzigd.
In 2020 lanceerde Intel de Core i5-10400: een processor gebaseerd op de Comit Lake-architectuur en gebouwd met het 14 nm-bakproces. De chip had zes kernen en twaalf threads.
Nu lanceert Intel de Core i5-110 in het Processors (Series 1)-gamma. Dat is exact dezelfde chip, maar vermomd met een nieuwe naam en verpakt in een nieuwe doos. De specificaties zijn identiek, net als het intussen flink verouderde fabricageproces.
Oud maar duur geheugen
Net als in 2020 ondersteunt deze chip DDR4-RAM en geen DDR5-geheugen. Dat is niet zo handig: geheugenfabrikanten wereldwijd zijn hun DDR4-productielijnen massaal aan het sluiten in het voordeel van DDR5. Het tekort aan het oudere geheugen is zo groot dat DDR4 vandaag zelfs duurder is dan DDR5.
Met de Core i5-110 haal je dus een oude CPU in huis die enkel compatibel is met oud en intussen duur geheugen. Besparen in de aankoop zit er niet in: Intel lanceert de processor aan 200 dollar. Dat is exact dezelfde adviesprijs als vijf jaar geleden.
Onduidelijke motivatie
Intel doorvaart moeilijke wateren. Het bedrijf heeft zijn technologische leiderspositie verloren ten tijde van Comet Lake. TSMC’s fabrieken leveren geavanceerdere chips af en daar profiteert concurrent AMD van. Bovendien staat x86 ter discussie als de beste pc- of server-architectuur. ARM-gebaseerde chips bewijzen in beide contexten hun meerwaarde.
Wat Intel bezielt om in deze context een oude component te verpakken als nieuwe, zonder aangepast prijskaartje, is onduidelijk. Misschien heeft Intel nog ergens oude stock gevonden.