Parallels Desktop 26 biedt ondersteuning voor macOS Tahoe 26 en Windows 11 25H2. De nieuwste versie bevat visuele updates en verbeteringen voor beheer.
Parallels lanceert Parallels Desktop 26. Versie 21 tot en met 25 heb je niet gemist: Parallels introduceert een nieuw naamgevingsschema waarbij het versienummer overeenkomt met het jaar en het besturingssysteem waarvoor de versie bedoeld is.
Parallels Desktop 26 is bijgevolg voorzien van volledige compatibiliteit met macOS Tahoe 26. Gebruikers kunnen hun Macs updaten zonder dat dit impact heeft op hun workflow. De virtualisatiesoftware past zich aan aan de achtergrondprocessen van macOS Tahoe, zodat functies zoals Coherence-modus normaal blijven werken. Daarnaast sluit het uiterlijk van de software beter aan bij de visuele stijl van het nieuwe macOS.
Verder breidt Parallels de compatibiliteit met Windows-VM’s uit. De update voorziet ondersteuning voor Windows 11 25H2. Een nieuwe functie in versie 26 maakt het verder mogelijk voor Windows-VM’s om beschikbare schijfruimte op de Mac te zien.
Voor beheerders
Parallels Desktop 26 komt met extra functies gericht op IT-beheer. Zo is de software opnieuw SOC 2 Type II-gecertificeerd. Voor IT-beheerders is er nieuwe documentatie om enkel Windows-apps uit te rollen zonder de volledige Windows-interface te tonen. Dat is handig voor toepassingen die geen volledige VM vereisen.
Beheerders kunnen voortaan ook Windows-updates in virtuele machines beheren via Jamf Pro of andere MDM-oplossingen. Scripts voor updatebeheer zijn beschikbaar via de GitHub-pagina van Parallels.
Daarnaast komt er binnenkort een nieuw beheerportaal: het Parallels Desktop Enterprise Management Portal. Daarmee zullen IT-teams instellingen zoals gedeelde mappen, USB-toegang en netwerkmogelijkheden centraal kunnen beheren.
De versie bouwt verder op functies die in 2025 zijn toegevoegd, zoals VM-locking, ondersteuning voor SSO via Google Workspace en JumpCloud, en USB-passthrough op Apple-CPU’s. Ook konden gebruikers toen al Apple’s schrijf- en samenvatfuncties gebruiken in Windows-apps binnen een VM.