De CEO van Nvidia, Jensen Huang, uit scherpe kritiek op het exportverbod van de Verenigde Staten op AI-chips naar China tijdens Computex 2025. Volgens Huang ondermijnt het verbod juist de Amerikaanse positie en stimuleert het Chinese concurrenten om eigen AI-hardware te ontwikkelen die Nvidia mogelijk gaat beconcurreren.
In het interview met de pers tijdens Computex 2025 benadrukt CEO Jensen Huang dat Nvidia in 2021, bij het aantreden van de Biden-administratie, nog een marktaandeel van 95 procent had in China. Door het exportverbod en sancties van de Amerikaanse overheid is dat aandeel inmiddels gedaald naar ongeveer 50 procent.
Deze daling is niet het gevolg van een krimpende Chinese markt, maar juist omdat Chinese bedrijven, gesteund door de overheid, hard investeren in eigen AI-chips en technologie.
Bedrijven als Huawei, Tencent en Alibaba zetten steeds meer in op lokaal ontwikkelde AI-hardware. “China beseft dat afhankelijkheid van Amerikaanse technologie riskant is en bouwt daarom snel aan eigen alternatieven”, aldus Huang. Deze ontwikkelingen zetten de Amerikaanse dominantie onder druk.
Exportverbod stimuleert Chinese innovatie
Huang noemt het Amerikaanse beleid “een mislukking.” Hij stelt dat het verbod op de Nvidia H20-chip, die specifiek voor China was ontworpen, het tegenovergestelde bereikt van wat het beoogt. In plaats van de concurrentie te beperken, moedigt het China juist aan om eigen AI-technologie sneller te ontwikkelen en zelfvoorzienend te worden. “Snellere chips blokkeren haalt niet uit, omdat alles schaalbaar is.”
“De gedachte dat je door technologie te beperken andere landen buiten spel zet, is fundamenteel verkeerd”, aldus Huang. “Als de VS wil blijven leiden, moet het juist zorgen voor brede en snelle verspreiding van Amerikaanse technologie wereldwijd.” Hij wijst op de recente beleidswijzigingen onder het vorige Amerikaanse bestuur die hier al een aanzet toe gaven.
Economische gevolgen voor Nvidia en de VS
Het exportverbod kost Nvidia niet alleen marktaandeel, maar ook tientallen miljarden dollars aan potentiële omzet. Huang licht toe: “We hebben 5,5 miljard dollar aan voorraden moeten afboeken en laten zo’n 15 miljard dollar aan verkoopkansen liggen.” De Chinese markt vertegenwoordigt volgens hem een jaarlijkse waarde van 50 miljard dollar.
Deze omzetverliezen betekenen ook minder belastinginkomsten voor de VS en minder banen in de technologiesector. Voor Huang is het verlies van het ecosysteem en de schaalgrootte van de markt het grootste risico, omdat die bijdragen aan Nvidia’s langetermijnvoorsprong met technologieën zoals CUDA.
Toekomst van Amerikaanse AI-exportstrategie
Hoewel Huang zegt begrip te hebben voor nationale veiligheidszorgen, pleit hij voor een herziening van het beleid. Hij roept de Amerikaanse overheid op om exportregels te versoepelen, zodat Amerikaanse technologie opnieuw vrijer beschikbaar wordt op internationale markten, om zo de concurrentiepositie te versterken.
“AI is een wereldwijde revolutie”, zegt Huang. “We moeten Amerikaanse technologie niet opsluiten, maar versneld verspreiden. Alleen zo kan Amerika de leiding behouden.”
Tijdens Computex in Taiwan kondigde Nvidia heel wat nieuwigheden aan. De belangrijkste is NVLink Fusion waarmee je eigen chips kan combineren met CPU’s en acceleratoren van derden. Daarnaast zag ook Nvidia DGX Cloud Lepton het daglicht, een marktplaats voor cloud-GPU-capaciteit.
Op Computex presenteerde Nvidia ook nog zijn nieuwe RTX Pro-servers die focussen op AI-workloads. Tot slot integreert Nvidia vanaf nu CUDA-Q in Japanse supercomputer voor kwantumonderzoek.