Donald Trump dreigt met taksen tot 25 procent op chiptechnologie ontwikkeld buiten de Verenigde Staten, en daar zou het niet bij blijven. Zijn hogere elektronicaprijzen het gevolg?
Donald Trump is fan van invoerheffingen op goederen die niet uit de Verenigde Staten komen. Vanaf volgende maand gaat een taks van tien procent in op goederen uit China, maar dat is niet voldoende voor de president. In een interview met CNN zwaait Trump met een specifieke taks op chiptechnologie van 25 procent die in april zou kunnen ingaan. Doorheen zijn ambtstermijn kunnen die tarieven nog verder worden opgetrokken, aldus Trump.
De president gebruikt taksen als drukmiddel naar chipfabrikanten toe om hun productie naar de VS te verhuizen. Hij moet niet weten van financiële stimulansen die via de Chips Act zijn toegekend. Maar die harde werkwijze maakt het evengoed ingewikkeld voor Amerikaanse bedrijven. Intel bijvoorbeeld doet veel zelf, maar besteedt een deel van zijn productie uit naar het Taiwanese TSMC.
lees ook
Broadcom en TSMC zetten hun zinnen op deel van Intel
Hogere prijzen
Wat het effect van de Amerikaanse importtarieven zal zijn op de globale elektronicaindustrie, valt nog af te wachten. Consumentenverenigingen vrezen dat de consument de eindafrekening gepresenteerd zal krijgen. Als chips duurder worden, is het niet onwaarschijnlijk dat prijzen van producten die de chips bevatten mee zullen stijgen. Acer kondigde onder meer al aan de prijzen van zijn laptops met tien procent te laten stijgen zodra de ‘China-taks’ ingaat.
De Consumer Technology Association schat in een rapport in januari dat prijzen van pc’s tot 46 procent kunnen stijgen in 2025. Ook smartphones zullen tot 25 procent duurder worden. Of de sneeuwbal tot in Europa zal rollen, is eveneens koffiedik kijken. De IT-industrie is een globale keten, dus wat in de Verenigde Staten gebeurt, heeft vaak een impact op de Europese markt.