De Amerikaanse president Trump wil een invoertaks van honderd procent op chips gemaakt in buitenlandse TSMC-fabrieken, ook al maken die fabrieken vooral Amerikaanse chips.
De Amerikaanse president Donald Trump is boos dat andere landen meer microchips maken dan de VS, en wil dat oplossen zoals hij de meeste vermeende problemen tracht op te lossen: met agressieve tarieven. Concreet plant Trump om chips gemaakt door buitenlandse fabrieken van TSMC onderhevig te maken aan invoertarieven. Die kunnen tot honderd procent van de waarde van de chip bereiken. Trump hoopt dat TSMC hiermee wordt aangemoedigd om fabrieken in de VS te bouwen.
De redenering is interessant. Het zijn Amerikaanse bedrijven zoals Nvidia, AMD, Apple en zelfs Intel die gebruik maken van de buitenlandse productiecapaciteit van TSMC. Dat bedrijf is marktleider op het gebied van halfgeleider-fabricage en heeft de meest geavanceerde productiebanden ter wereld.
Door tarieven op te leggen, moeten klanten in de VS meer betalen voor chips (of toestellen met chips) afkomstig van Taiwan. Zo zou een Amerikaan bijvoorbeeld een stuk meer moeten betalen voor een nieuwe iPhone, een grafische kaart van Nvidia of zelfs een laptop van bijvoorbeeld HP of Dell. TSMC moet niet meer betalen: invoertarieven zijn voor rekening van de importeur.
Onduidelijke impact voor TSMC
De capaciteit van TSMC is druk bevraagd. Zolang de bestellingen bij TSMC niet dalen, raken de tarieven het bedrijf niet. De prijzen voor Amerikaanse bedrijven en consumenten zullen wel stijgen. Stijgen die genoeg dat de Amerikaanse vraag naar toestellen met microchips daalt, dan kan de vraag voor productiecapaciteit bij TSMC mee dalen en heeft het bedrijf wel een incentive om in de VS te produceren.
TSMC is al wel van plan de productiecapaciteit naar de VS uit te breiden met de bouw van een grote fabriek in Arizona. Die fabriek zal niet volstaat om aan de Amerikaanse vraag te voldoen. Chipfabrieken zijn enorme investeringen van tientallen miljarden dollar, waarvan de bouw jaren duurt. Het is de vraag of de tarieven van Trump TSMC hard genoeg zullen raken om zoveel geld en tijd te investeren, terwijl de Amerikaanse markt weinig keuze heeft en klanten voor TSMC letterlijk in de wachtrij staan.
Goed voor Intel
De tarieven zijn wel goed nieuws voor Intel. Dat maakt op dit moment een moeilijke periode door met chips die minder competitief zijn dan alternatieven van AMD en Qualcomm. Intel heeft echter een hoge Amerikaanse productiecapaciteit, de concurrentie niet. AMD is bijvoorbeeld afhankelijk van eventuele Amerikaanse capaciteit van TSMC om tarieven in de lokale markt te omzeilen, maar die capaciteit is heel beperkt.
Het is moeilijk te voorspellen wat de tarieven echt zullen verwezenlijken, behalve dan een prijsstijging van elektronica in de VS, maar de kans bestaat dat Intels chips plots terug een stuk interessanter worden in die markt. Op de lange termijn kan de strategie TSMC wel aanzetten om meer in te zetten op de VS, op vraag van AMD en Nvidia.
Tot slot biedt de strategie kansen voor de rest van de wereld. Er bestaat een kans dat de tarieven gegeerde capaciteit bij TSMC zullen vrijmaken voor andere spelers, zodat de Europese en Aziatische markten meer chips ter beschikking kunnen krijgen.