Curl is het perfecte voorbeeld van open source-software die niet naar waarde geschat wordt.
Het kan bijna niet anders dan dat jij vandaag gebruik gemaakt hebt van curl (Client URL), waarschijnlijk zonder dat je dat weet. Iedere keer als je telefoon met 5G verbindt, je printer iets afdrukt of je auto een firmwareupdate krijgt, speelt curl een rol. Zelfs als satellieten info van de aarde ontvangen, is er ergens op de achtergrond een proces mee gemoeid. Je kan het zien als de stille motor van onze digitale wereld.
Als je nog nooit van de software hebt gehoord, zegt de naam Daniel Stenberg je waarschijnlijk ook niets. De man onderhoudt zijn project al sinds 1996, maar krijgt daar amper erkenning voor. De software zit in bijna elk apparaat dat we dagdagelijks gebruiken.
Pril begin
Stenberg vertelt in zijn keynote op het Open Source Summit 2025 hoe zijn verhaal ooit begon: “Met ongeveer 100 regels code, ergens in 1996, ging ik van start.” Hij was van plan om een simpele manier te bedenken waarmee bestanden op het internet gezet konden worden. Dertig jaar later telt dat script 180.000 regels, geschreven door 1.400 bijdragers. Curl mag dan wel open source zijn, want “het is ontworpen voor maximale verspreiding”, Stenberg is de enige persoon die er voltijds mee bezig is.
Bedrijven vergeten soms dat we vrijwillgers zijn.
Daniel Stenberg, curl
Curl is dus een bibliotheek die data over internetprotocollen verstuurt en aankrijgt zoals http, FTP en tientallen anderen. Het laat onze apparaten en toepassingen, van apps tot besturingssystemen, dus met elkaar praten of communiceren. Dat komt omdat het een MIT-licentie heeft: de software mag vrij gebruikt, aangepast en geregistreerd worden, ook in commerciële producten.
Overal aanwezig, ook op Mars
Het is moeilijk te vatten hoe alomtegenwoordig curl eigenlijk is, zeker als je zoals ondergetekende er nog nooit van hebt gehoord. Het is letterlijk overal. In printers, GPS-systemen, tablets, medische apparaten, routers, gameconsoles, auto’s en telefoons, … Het is te veel om op te sommen. Zelfs de Marsrover-robot van NASA gebruikt het om gegevens te versturen. Stenberg vertelt dat het bijna onmogelijk is om een apparaat met internetverbinding te vinden zonder curl.
Op zijn blog verduidelijkt Stenberg dat er volgens hem gemiddeld 16,5 curl-installaties zijn in ieder huishouden. Zijn berekening stelt dat dat er in totaal 50 miljard installaties zijn wereldwijd, waardoor de curl-servers maandelijks 65 miljard verzoeken moeten verwerken.
Man zonder naam
Stenberg beschikt niet over een bedrijf, een groot budget of marketing. Hij werkt vanuit zijn zolder in Zweden. Dat is een nadeel van open source: sommige software is eigenlijk bijna cruciaal voor ons digitaal leven, maar de bijdragers blijven vaak onbekend. Bedrijven als Google, Apple, Tesla, BMW, Sony en tientallen anderen waarvan 47 automerken gebruiken curl in hun producten, maar erkennen het werk eigenlijk niet.
“Veel open source-projecten blijven onvoldoende gefinancierd en meer dan overbelast. Het onderhouden kost tijd, de verantwoordelijk weegt zwaar en de steun is eigenlijk onbestaand,” aldus Stenberg. Een ander voorbeeld is de Log4j hetze van enkele jaren geleden. Als er zich een kwetsbaarheid voordoet, krijgt hij honderden e-mails van fabrikanten die achter een oplossing vragen. “Daar is legaal helemaal niets mis mee, maar ze vergeten dat wij vrijwilligers zijn.”
De grote namen verwijzen mensen soms zelfs rechtstreeks naar Stenberg als ze met vragen zitten, terwijl Stenberg helemaal geen helpdesk wil zijn. Hij behandelt wel iedere vraag even serieus: “Ik probeer er altijd iets educatief van te maken, en vertel hoe open source-community juist werkt en ze ermee kunnen samenwerken in plaats van er enkel gebruik van te maken.”
Blijven lachen
Zijn doel van het te gaan praten op conferenties, is eigenlijk bewustwording te creëren over hoe afhankelijk wij zijn geworden van software die door vrijwilligers wordt onderhouden. Eén persoon kan miljoenen apparaten laten werken of stilleggen, en toch werkt het optimisme dat Stenberg uitstraalt aanstekelijk. “Open source wordt jaar na jaar steker,” zegt hij. “We bouwen verder op elkaars werk, en daar mogen we trots op zijn.”
Het onderhouden kost tijd, de verantwoordelijk weegt zwaar en de steun is eigenlijk onbestaand
Daniel Stenberg, curl
Hij verwijst naar berichtjes die hij krijgt van mensen die wél weten wat hij doet en betekent, en leest glimlachend eentje voor: “Ik heb een applicatie geschreven met jouw libcurl bibliotheek. Ik wil je bedanken voor die makkelijke, snelle en goede bibliotheek. Ik ben elf jaar oud en ik heb niet veel ervaring, maar jij maakt het mogelijk.”
Die houding is bewonderenswaardig, want de man is al bijna dertig jaar fulltime aan het werk. Om na al die jaren nog steeds trots te zijn op wat je doet, met minimale erkenning en geen ondersteuning, is niet veel mensen gegeven. Techbedrijven verdienen miljarden aan hun producten die deels dankzij curl werken. Stenberg en honderden anderen blijven alleen achter hun bureau thuis zitten, en overleven op toewijding.